Wij, en derde partijen, maken op onze website gebruik van cookies. Wij gebruiken cookies om ervoor te zorgen dat onze website goed functioneert, om jouw voorkeuren op te slaan, om inzicht te verkrijgen in bezoekersgedrag, maar ook voor marketing en social media doeleinden (laten zien van gepersonaliseerde advertenties). Door op ‘Accepteren’ te klikken, ga je akkoord met het gebruik van alle cookies. In onze Cookieverklaring kun je meer lezen over de cookies die wij gebruiken en kun je jouw voorkeuren opslaan of wijzigen. Door ‘Weigeren’ te klikken ga je alleen akkoord met het gebruik van functionele cookies.
‘Het enige wat ik soms wel jammer vind,’ zegt ze, ‘is dat ik die ene leuke man in mijn leven nog niet gevonden heb. Veel mannen zijn bang voor het onbekende, heb ik gemerkt. Ze zijn bang dat je afhankelijk van ze bent. En wat de buitenwereld ervan vindt. Je wordt dus eigenlijk al afgewezen om je handicap, niet om wie je bent. Dat kan wel eens pijnlijk zijn.’
Veel relaties van Amstelring kennen Petra Louman wel. Ze werkte jaren als receptioniste op het hoofdkantoor, nu bemant ze mede de balie in verpleeghuis Leo Polak. Ze vindt het heerlijk daar. ‘Al die mensen die langskomen. En wat ze me allemaal vertellen. Ik ben gevoelig voor stemmingen, voel meestal snel waar de pijn zit of het verdriet. Soms lijk ik wel een psycholoog. Geen dag is saai.’
‘Mijn leven loopt op rolletjes, zeg ik weleens voor de grap. Maar serieus, ik voel me goed. Wat gek is als je bedenkt dat ik als baby bijna opgegeven was. De dokters zeiden dat ik voor 99% gehandicapt zou zijn. Ze dachten dat het beter was mijn leven te beëindigen. Gelukkig hebben mijn ouders op hun hart vertrouwd. “Je keek ons zo wijs aan,” hebben ze me verteld. “Je lachte, je dronk.”’
‘Voor mijn gevoel,’ vertelt Petra, ‘heb ik eigenlijk ook altijd een gewoon leven gehad. Ik had vriendjes en vriendinnetjes, speelde buiten, ging overal mee naartoe. Mijn rolstoel was eerder een attractie dan dat ik ermee werd gepest. Kinderen mochten er even in, in ruil voor een paar knikkers. Zat ik me rot te lachen op de grond.’
‘Natuurlijk ging niet alles vanzelf. Als kind wilde ik bijvoorbeeld dolgraag een rol in Goede Tijden Slechte Tijden. Maar nooit heb ik op mijn brieven iets terug gehoord. Zo raar. Het kon niet om acteerprestaties gaan, want ze plukten acteurs zo van de straat. Gelukkig zijn handicaps tegenwoordig niet meer zo’n taboe.
Wat wel beter kan is de rolstoelvriendelijkheid van straten. Je ziet overal glooiende stoepen, maar bij sommige moet je toch uitkijken niet over de kop te gaan. Amsterdam is de enige gemeente waar je met je rolstoel vrij kunt manoeuvreren.’
‘Onbegrip? Ja, dat kom ik natuurlijk af en toe tegen. Mensen durven bijvoorbeeld dingen niet te vragen. Of ze spreken je aan als een kind. Wat ik dan doe, is dat ik probeer in de schoenen van die ander te gaan staan en naar mezelf te kijken. Negen van de tien keer snap ik hen wel. Ik denk dat meer gehandicapten dit zouden moeten doen. Je ziet veel verbittering, en dat vind ik zonde. Heb een beetje begrip, denk ik dan, verplaats je in de ander.’
Jamal Mekdadi, islamitisch geestelijk verzorger
Als islamitisch geestelijk verzorger komt Jamal Mekdadi bij cliënten om hen bij te staan in hun laatste levensfase. Zijn kennis van de taal en islamitische cultuur probeert hij ook over te brengen op medewerkers, zodat zij passende zorg kunnen bieden.
Wawan Kawulusan, activiteitenbegeleider
Wawan Kawulusan had het met zijn Chinese achtergrond in Indonesië al niet makkelijk. In Nederland bleek hij ook nog eens op jongens te vallen. Hij deed er zo’n 10 jaar over om uit de kast te komen. Maar hoe moeilijker de weg, hoe zoeter de beloning? Voor Wawan lijkt het er wel op.
Raza Zafar, verpleegkundige
Geboren in Pakistan, getogen in Griekenland, in Nederland in ontwikkeling. Zo ziet Raza (29) zijn leven in een notendop. Hij raakte veel kwijt en voelde zich vaak eenzaam. Maar dat motiveerde hem ook. ‘Als je alles achter je laat, kun je alleen nog maar vooruit.’